Het aantal vergunningen voor radioamateurstations is in vijf jaar tijd met 16% gedaald. In 2014 kende het BIPT in ons land nog 183 vergunningen voor radioamateurstations toe, terwijl dit er vorig jaar maar 153 meer waren. Dit blijkt uit cijfers die CD&V-Kamerlid Roel Deseyn opvroeg. Nochtans hebben radioamateurs wel degelijk een maatschappelijk nut bij noodcommunicatie, bijvoorbeeld bij rampen, stelt Deseyn.

Deze hobby is in Vlaanderen populairder dan in het zuiden van het land.”, zegt Deseyn. Wie radioamateur wil worden moet slagen voor de radioamateurexamens die door het BIPT georganiseerd worden. Afgelopen vijf jaar slaagden 744 mensen in het BIPT-examen waarvan 556 (75%) Nederlandstaligen en 188 (25%) Franstaligen. Het slagingspercentage is amper 59%.

De nieuwe regelgeving die eind vorig jaar in werking trad erkent terecht het nut van radioamateurstations. “Bij rampen of cyberwar en netwerksabotage kan men via deze systemen blijven communiceren.”, legt Deseyn uit. Bij de aanslagen van 22 maart kampten de telecomnetwerken van de mobiele operatoren met ernstige problemen en netwerkcongestie. Die dag was het gsm-netwerk - voor wat de spraaktelefonie betreft – verzadigd. Wanneer het mobiele telefoonnet niet meer werkt of overbelast is, kunnen radioamateurs nog steeds communiceren met heel de wereld. Sinds 1 januari is de samenwerking tussen radioamateurs en nooddiensten wettelijk geregeld.

Deseyn: “De wettelijke verankering is een goede zaak. Het toont aan dat het niet enkel een hobby is, maar dat de infrastructuur en expertise van radioamateurs ook  nuttig kan zijn voor noodcommunicatie bij rampen of terreur.”