CD&V-kamerlid Roel Deseyn vraagt de regering dringend werk te maken van de uitvoering van de Cyber Security Strategie en het sensibiliseren van bedrijven over industriële spionage. De meldplicht van veiligheidsincidenten voor telecomoperatoren moet worden uitgebreid naar alle sectoren en het toezicht hierop verstrengd.

Op 21 december 2012 keurde de Ministerraad de Belgische Cyber Security Strategie goed. Sindsdien ligt het dossier bij de premier die bevoegd is voor de coördinatie van de uitvoering van dit plan. De nijpende problemen zijn de financiering en de vraag of hiervoor een nieuw bijkomend agentschap nodig is. De uitvoering van de strategie vereist 20 gespecialiseerde medewerkers of 4 miljoen euro per jaar. In België is de uitwerking van de strategie voornamelijk een overheidsgebeuren.

Roel Deseyn: “Vooraleer een nieuw agentschap op te richten, moet men goed de voor- en nadelen afwegen. Mijn voorkeur gaat uit de opvolging van deze strategie toe te vertrouwen aan een bestaande structuur.”
In België zijn nu al talloze overheidsdiensten bevoegd (FCCU, Defensie, CERT, VSSE, BIPT, Fedict, NVO, ADCC, Belac,…)


Roel Deseyn: “Het virus werd begin juli ontdekt door Belgacom. De CEO van Belgacom stelde op de persconferentie van vandaag dat het niet aan Belgacom is om de regering in te lichten. Maar Belgacom is sinds augustus 2012 met het nieuwe artikel 114/1 van de wet van 13 juni 2005 gehouden veiligheidsincidenten te melden aan de overheid én de abonnees. De overheid moet daarom nagaan of Belgacom alle regels nauwgezet heeft nageleefd.”

Organisaties vrezen doorgaans imagoschade maar een meldplicht is nodig voor de bevoegde autoriteiten én de gedupeerden om adequaat te kunnen reageren. Roel Deseyn wil deze meldplicht uitbreiden naar alle sectoren. Momenteel zijn enkel telecomoperatoren verplicht om onmiddellijk veiligheidsincidenten te melden.

Roel Deseyn: “We mogen in deze niet naïef zijn. Het parket vermoedt dat de hacking het werk is van een buitenlandse overheid. De overheid moet onze ondernemingen dringend sensibiliseren over de risico’s van georganiseerde industriële spionage via het internet.”