Kortrijk als fietsstad promoten is een initiatief dat CD&V Kortrijk absoluut toejuicht.  “Het is goed dat in een globaal streven naar duurzaamheid ook mobiliteit op stedelijk niveau aan bod komt”, stelt CD&V-gemeenteraadslid Roel Deseyn.  De stad moet zich wel hoeden om binnen haar ambities teveel aandacht te hebben voor innovatieve en in het oog springende snufjes, maar tegelijk noodzakelijke basisinvesteringen of vragen van gebruikers op de lange baan te schuiven.  Goed onderhouden en veilige rijpaden zijn prioriteit nummer 1.

#Kortrijkfietst is een term die de laatste maanden wel vaker klinkt als het gaat over de realisaties van het stadsbestuur voor fietsers.  Van overdekte fietsenstallingen, over elektrische fietsen voor het personeel tot e-lockers in de binnenstad om als fietser je bagage tijdelijk te deponeren: het zijn allemaal ingrepen die het de fietser een stuk makkelijker en aangenamer maken om zich door Kortrijk een weg te banen.  En dat is een goeie zaak.  Via een ambitieus actieplan werd een hele rist doelstellingen gelanceerd die de zwakke weggebruiker meer gewicht bieden binnen het mobiliteitsnetwerk in onze stad.  CD&V Kortrijk wil de bevoegde Schepen dan ook feliciteren met de beslissing om hier substantieel middelen voor vrij te maken.  Dat is ook nodig, want de kostprijs is niet min.  Zo wordt er onder andere €40.000 voorzien voor de realisatie van een overdekte fietsenstalling op de Houtmarkt.

In schril contrast daarmee staat de vaststelling dat de stad vaak niet ingaat op concrete suggesties van fietsers om de zichtbaarheid, de veiligheid en de toegankelijkheid te verbeteren op bestaande routes via landelijke en trage wegen.  Het gaat over ingrepen die vaak geen al te hoge kosten met zich meebrengen, maar wel een wereld van verschil maken.

Een voorbeeld: Heel wat fietsers die vanuit ’t Hoge de dorpskernen van Rollegem en Bellegem willen bereiken, mijden daarvoor de Doornikserijksweg (N50) en rijden langs het sterk vertakte netwerk van trage wegen dat deze omgeving rijk is.  Er is wel een probleem: veel fietsers zeggen dat ze hier van af zien in de wintermaanden, omdat de straten te donker zijn en paden vaak overstroomd zijn door modder.  Fietsers ervaren dit als een te groot risico, voelen zich niet veilig met het voorbijrijdende verkeer en opteren voor een grote omweg via de drukkere N50.  En dat is vaak een veel groter risico, gezien de hogere frequentie van het voorbijrijdende verkeer en de knelpunten aan ondermeer de Katte en de Bellegemsestraat.  De slimme inplanting van een aantal lichtpunten en voldoende onderhoud van het tragewegennetwerk zouden dit kunnen oplossen, maar het stadsbestuur gaf helaas een njet op deze recente vraag die via gemeenteraadslid Roel Deseyn werd voorgelegd. Vraag en antwoord zijn in bijlage van dit persbericht terug te vinden.

Maar dat is niet het enige voorbeeld.  Even verderop, waar de reconversie van de site Emdeka volop aan de gang is, blijven de mogelijkheden voor een veilige fietsdoorsteek –los van de Bellegemsestraat- onbenut.  CD&V Kortrijk drong er bij de bespreking van het dossier telkenmale op aan om ruimte te reserveren voor fietsers, doch zonder gevolg. En dat is een gemiste kans voor het opwaarderen van het fietsverkeer in onze stad.

We vernemen van het stadsbestuur dat de herinrichting van een veilige Bellegemsestraat –hoewel een breekpunt voor één van de coalitiepartners- volledig is verlaten.  Dit is vreemd in het licht van de ambities om het fietsverkeer voorrang te geven.

De CD&V-fractie doet via raadslid Deseyn een oproep om voldoende middelen te voorzien voor dergelijke basisinvesteringen.  “We steunen de ambitie om van Kortrijk een echte fietsstad te maken, maar dan moet men wel meer prioriteit gegeven worden aan concrete suggesties die de fietsinfrastructuur verbeteren. De parallel met andere vervoersmodi is overigens nooit ver weg.  Het is ongetwijfeld zeer aangenaam om mooie stations te hebben, maar als de sporen niet onderhouden zijn geraak je nergens.”, zo klinkt het bij Roel Deseyn.  “Het is goed dat men zich heeft laten inspireren door Europese voorbeelden van fietssteden als Kopenhagen en Amsterdam, maar men moet beseffen dat ook daar alles begon met een goede fietsinfrastructuur. ‘Meer ruimte voor fietsers’ is een gezonde ambitie, maar we moeten er als stad voor zorgen dat deze ook voldoende onderbouwd is en dat we de prioriteiten juist leggen”.

En dat is niet louter de verantwoordelijkheid van de politiek.  “Fietsers zijn het best geplaatst om aan te geven waar verbeteringen of aanpassingen wenselijk zijn.  Onder de noemer Kortrijk Spreekt kan een luisterend bestuur heel wat opsteken en een gericht beleid uittekenen.”, zo stelt Deseyn

Roel Deseyn komt in dit kader met een constructief voorstel om het fietsbeleid mee vorm te geven: “De Twitterhashtag #Kortrijkkanfietsen kan suggesties voor betere fietsinfrastructuur in Groot-Kortrijk bundelen.  Fietsers kunnen dit bijvoorbeeld gebruiken om alle knelpunten en opportuniteiten te melden die ze ervaren als ze door de stad fietsen.  Dit moet het stadsbestuur een overzicht bieden van mogelijke aandachtspunten op haar grondgebied.  ”  De CD&V-fractie roept fietsers op om vijf seconden tijd te nemen voor het versturen van een voorstel tot verbetering of het signaleren van een knelpunt en hoopt dat het stadsbestuur de info via het meldpunt 1777 wil oppikken.  Dit is naast Twitter ook telefonisch (1777) of per mail (1777@kortrijk.be) mogelijk.

 

Goed onderhouden, verlichte en veilige rijpaden zijn prioriteit nummer 1 van het Kortrijkse fietsbeleid.